Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) heeft een protonentherapiecentrum laten bouwen waar patiënten met kanker een voor Nederland nieuwe bestralingsbehandeling wordt geboden. Het protonentherapiecentrum maakt deel uit van het UMC Groningen Cancer Center dat oncologiepatiënten op één plek alle beschikbare behandelingen biedt, zowel aan kinderen als aan volwassenen. Visser & Smit Bouw heeft opdracht gekregen voor ontwerp en uitvoering (Design & Construct) en voerde de werkzaamheden in bouwteam uit. De installaties zijn gerealiseerd door Homij.
Het centrum is gerealiseerd op het terrein van het UMCG en bestaat uit een kliniek en twee behandelingsruimten met een afmeting van circa 5.000 m2, verdeeld over twee verdiepingen. Aangezien dit centrum los staat van het bestaande ziekenhuis is het een volledig zelfstandig opererend behandelcentrum.
Het gebouw is gefundeerd op stalen buispalen. Per heipaal is maar liefst ca. 5 kuub beton gebruikt. Omdat het gebouw aardbevingsbestendig is gebouwd, is iedere heipaal nog verstevigd met een constructie van ijzervlechtwerk.
De kliniek bestaat uit een betonskelet opgebouwd uit betonkolommen en schilvloeren.
De behandelruimtes zijn volledig opgetrokken uit in het werk te storten beton.
De vloer is 1 tot 1,20 meter dik en is gemaakt van een apart mengsel beton.
De wanden zijn extra dik (variërend van 2,5 tot 4 meter) en ongeveer 3,30 meter hoog.
Per wand is ca. 250 m3 beton gebruikt. De dakvloer bestaat uit 3 meter dik beton.
Bijzonder aan dit project is dat alle leidingen in de dikke bunkerwanden in een S-bocht moesten worden gelegd. Protonenstraling gaat namelijk rechtdoor, waardoor Homij geen rechte open verbindingen in de muren konden maken. Ook bedacht Homij een innovatieve oplossing voor de LED-verlichting. Straling tast halfgeleiders in elektronica aan. Daarom heeft Homij de elektronica voor de aansturing van de LED-verlichting in een aparte kast buiten de bunker ondergebracht, waardoor de verlichting langer meegaat.
In het protonentherapiecentrum van het UMCG worden vanaf eind 2017 de eerste patiënten in Nederland behandeld.